Tof dat je de hele online training doorlopen hebt! Je kunt nu de afsluitende toets maken. Lees het volgende even goed door:
– Je hebt twee uur de tijd om de hele toets te maken en kunt deze niet pauzeren om later verder te gaan. Naar verwachting kun je de toets in 30-60 minuten voltooien.
– Na afloop zie je direct de uitslag. Je bent geslaagd bij een score van minimaal 60%.
– Niet geslaagd? Je krijgt één herkansing.
– Geslaagd? Dan krijg je meteen de mogelijkheid om je certificaat te downloaden!
Klaar voor? Klik dan op de knop hieronder om de toets te starten.
0 of 20 Vragen completed
Vragen:
Je hebt de toets al eerder voltooid. Daarom kun je hem niet meer opnieuw starten.
Toets is aan het laden…
Je moet inloggen of inschrijven om de toets te starten.
U moet eerst het volgende invullen:
0 of 20 Vragen answered correctly
Uw tijd:
De tijd is verstreken
You have reached 0 of 0 point(s), (0)
Behaalde punt(en): 0 of 0, (0)
0 verslag(en) in afwachting (mogelijke punt(en): 0)
2. Wat is de definitie van lengte in de hals?
3. Wat is het fasciale systeem?
4. Wat zijn de voorwaarden die je nodig hebt om het fasciale systeem te activeren?
5. Op welke manier geeft een paard subtiel aan als de training niet comfortabel is?
6. Wat is de meest gemaakte fout bij het verzamelen van het paard?
7. Welke factoren zijn van belang voor een paard om een goede voorwaarts-neerwaartse tendens aan te kunnen nemen?
8. Hoe weet je of een paard op de linkerschouder valt?
9. Wat gebeurt er met de rug van een paard dat verticaal uit evenwicht is?
10. Welke van de volgende beweringen is correct?
11. Hoe weten we of een paard de meest optimale energie heeft?
12. Welke bewering is juist?
13. Wat is waar over een gevende hand?
14. Welke van de twee stellingen is juist?
I incorrecte voeding kan voor buikklachten zorgen en dan kan de onderlijn van het paard niet goed functioneren en kan het paard niet in een goede balans lopen.
II incorrecte voeding kan voor pijnlijke fascies en pijnlijke spieren zorgen. Hierdoor zal het paard oncomfortabel zijn in de training en langere hersteltijd nodig hebben.
15. Wat is het doel van het vierkantjes longeren?
16. Waarom begin je met het longeren van vierkantjes, voordat je het paard leert zichzelf rechtop te zetten aan de longe door hem juist extra op de binnenschouder te plaatsen?
17. Welke bewering is juist?
18. Wat is het doel van de oefening slingeren?
19. Wat betekent het als een paard op de rechterhand meer druk heeft op de binnenteugel dan op de buitenteugel?
20. Stel: we rijden op de linkerhand en het paard heeft te veel druk op de binnenteugel. Wat gaan we doen?